www.loosjes.nl
Home
troonrede
Blikken koets
Obstakels
Staatsrecht
Patiëntendossier
About democracy
Freedom of Education
Creative financing
Saboterende overheid
Leerplichtwet 2008
Innovatieverbod
Belastingliberalisatie
Europese Grondwet
Ostende,1781
Publicaties
Contact
____
<<     Pagina 8 van de 136     >>


129. Pseudo-liberalen

16 november 2011


Zij noemen zich liberalen, maar met vrijheid heeft het niets te maken. Na de aangekondigde verhoging van het griffierecht (om de overheid beter tegen lastige burgers en hun advocaten te beschermen) en na de interpretatie van de schuldencrisis in de zin van 'meer europees centralisme', is er alweer een nieuwe adder onder het liberale gras. Taru Spronken maakt in het NJB van 28 oktober opmerkzaam op de plannen van de regering om de advocatuur onder staatscuratele brengen. Wat is de bedoeling:
1. De instelling van een College van Toezicht (CvT), bestaande uit drie leden die door de minister van veiligheid en justitie benoemd danwel gekeurd worden. Voor rechters geldt deze afhankelijkheid van het ministerie allang, zodat advocatuur, OM en rechters in principe drie handen op één buik worden. Dat stinkt; met totalitaire stank.
2. De leden van het CvT komen niet uit de advocatuur; er wordt zoals Spronken zegt een 'wezensvreemd orgaan' in de advocatuur geïmplanteerd.
3. Het verschoningsrecht van de advocaat wordt ondergeschikt gemaakt aan een mistig 'algemeen belang', welk algemeen belang niet meer ter beoordeling staat aan de advocaat zelf, maar aan het CvT. We kunnen onze eigen advocaat straks dus niet meer vertrouwen.
Zo komt de onafhankelijke rechtspraak in gevaar. Met het streven naar functievermenging - om niet te spreken van infiltratie' - krijgt de trias politica van Montesquieu andermaal een grote schop.
Je kunt als jurist natuurlijk weigeren om je door de rechtbank als advocaat te laten beëdigen, dan mag je alleen bestuursrechtelijke zaken en zaken voor het kantongerecht bepleiten. Niemand verbiedt je echter om een cliënt achter de schermen te helpen. Omdat er in het bestuursrecht geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt, hoeft het CvT de onafhankelijkheid tegenover de overheid niet direct aan te tasten, op voorwaarde dat de burger de weg weet te vinden naar een vrije, onbeëdigde jurist. Maar die onafhankelijkheid staat in elk geval wèl onder druk indien men zich civielrechtelijk tegenover de overheid bevindt. Zeker nu menig advocatenkantoor geïnfecteerd is doordat het zowel voor de overheid als voor particulieren optreedt. Dat zweert; met totalitaire etter.
Een rechtsstaat vraagt m.i. niet om een CvT, maar om wetgeving in de trant van het volgende:
Grondwet art. x (samenstelling):
1. Rechters worden gekozen door de rechterlijke macht zelf.
2. Lagere rechters worden gekozen door de bevolking.
Grondwet art. y (capaciteit): De omvang van de rechterlijke macht is gerelateerd aan de omvang van het ambtenarenapparaat.
En/of, om het afknijpen van de rechter (zie nr. 57) met alle vertraging c.q. vertragingstactiek van dien op een andere manier te verhinderen:
Art. y': De financiering van de rechterlijke macht vindt plaats middels een bij wet vast te stellen percentage van het bbp.
En/of:
Art. y'': De financiering van de rechterlijke macht vindt plaats middels belastingen op het rechtsverkeer en opgelegde boetes.
Grondwet art. z (Montesquiviaanse transparantie):
1. Het tegelijkertijd bekleden van een functie in de wetgevende, uitvoerende of rechterlijke macht is niet toegestaan.
2. Rechters mogen geen lid zijn van een politieke partij.
3. Het is de overheid verboden externe rechtsbijstand in te huren.

 Uw columnist, V.L.

Print versie (pdf)