<< Pagina 64 van de 136
>>
73. Recept
Vakantie 2009
Hier volgt het recept voor de uitoefening van de vrijheid van onderwijs. Als u een school wilt beginnen zal de leerplichtambtenaar u advies geven. Hij of zij zal zeggen dat u (omgerekend) een eerste volle klas van 25 leerplichtigen moet hebben, dat u een bepaalde richting moet vertegenwoordigen, dat u een stichting of vereniging moet oprichten, en dat u een aanvraag moet indienen om op het plan van scholen te komen. Zo zijn met name de islamitische scholen ontstaan als gevolg van ons eigen gebrek aan scheiding tussen staat en kerk. Eigen schuld dikke bult. Wat de leerplichtambtenaar - of zijn folder - u niet vertelt is dat de geschetste procedure alleen van toepassing is indien u door de overheid gesubsidieerd, ofwel "bekostigd" wilt worden. Wilt u zelf een school beginnen omdat u
niet afhankelijk wilt zijn van de bekostigings-voorwaarden, dan bent u bij de leerplichtambtenaar aan het verkeerde adres. Ook bij het ministerie van onderwijs of de inspectie bent u aan het verkeerde adres. Een collega die zich tot het ministerie wendde, wacht nog steeds op antwoord.
Stap 1. Géén stichting of vereniging oprichten. Natuurlijk zijn er enige voorwaarden voor een school zoals een ruimte, een bevoegde leraar, één of meer leerlingen en ouders die zelf voor het onderwijs willen en kunnen betalen. Als aan die voorwaarden voldaan is staat niets u in de weg om zelf een particuliere basisschool te beginnen. Ik zeg niet voor niets "basisschool", want voor het voortgezet onderwijs moet je meteen over een reeks vakdocenten beschikken en dat blijkt in de praktijk niet eenvoudig.
Stap 2. Vervolgens zijn er een paar wettelijke regels waaraan je je te houden hebt. De ouders moeten de gemeente melden waar hun kind staat ingeschreven en de school moet binnen vier weken na oprichting zijn statuten opsturen naar het ministerie.
Stap 3. Dan komt de onderwijsinspectie op bezoek om te kijken of u wel een school bent in de zin der wet. Waar gaat het dan om: of de kinderen ook regelmatig aanwezig zijn, of er enige structuur in de vorm van een lesrooster is, of de kerndoelen wel aan bod komen en zo niet waarom dan niet en waarom andere doelen dan wel. Dit is juridisch een zeer grijs gebied zoals dat heet. In het ergste geval komt de inspectie met eisen waaraan binnen een bepaalde tijd voldaan moet worden; en zo niet: einde verhaal, maar wel een ervaring rijker (om het anders aan te pakken).
Blijven een paar hangijzers over. Ten eerste kan de gemeente lastig zijn omdat u niet in het bestemmingsplan past, dan moet u verhuizen. (Zie column nr. 72, Zundert.)
Een ander hangijzer heeft u gelukkig zelf in de hand, dat zijn de statuten. Waarom raad ik een stichting of een vereniging af? Omdat dat betekent dat de docent in loondienst van die rechtspersoon komt te staan wat - afgezien van de administratieve rompslomp, last met CAO's e.d. - betekent dat als puntje bij paaltje komt het bestuur uitmaakt wat u in de klas wel en niet moet doen. De economie overheerst de vrije geest. Als u de onderwijsvrijheid in de praktijk wilt brengen en van daaruit wilt ontwikkelen, moet u zich niet afhankelijk maken van een niet bij de dagelijkse praktijk betrokken bestuur dat de portemonnaie beheerst. Bovendien: Als men samen iets nieuws wil, is dat doorgaans uit onvrede met het bestaande, maar daaruit volgt nimmer dat men het bij voorbaat (ik bedoel: bij de oprichting) wèl eens zou zijn over de te volgen koers. Met andere woorden: Puntje komt onherroepelijk bij paaltje. De aangewezen juridische vorm is daarom m.i. de maatschap (mts.) plus een steunvereniging voor donateurs. Een maatschap is een contract tussen vrije beroepsbeoefenaren zoals tussen boeren, architecten, artsen, en: pedagogen. Degene die de school leidt zoeke een mede vennoot of maat die, al is het maar voor een klein percentage of al is het maar voor een enkel vak, mede aan de wieg wil staan van uw initiatief. Je kunt natuurlijk ook in je eentje opereren, net als in de 19e eeuw, en met een maatschap wachten. (Terzijde: i.v.m. deregulering (!) en verscherpte controle moeten ook maatschappen zich dit jaar laten registreren.)
Behalve op het uiteenlopen van idealen kan uw initiatief stranden op (derde hangijzer) gebrek aan geld. Het kan echter zijn dat er een AOW-er rondloopt die niet voor zijn hele inkomen van uw schooltje afhankelijk is. Of een op het gangbare circuit afgeknapte en "afgekeurde" idealist voor wie een kleinschalig initiatief de kans van zijn leven betekent. Succes gewenst, en voor nadere informatie:
Uw columnist, V.L.
Print versie (pdf)