www.loosjes.nl
Home
troonrede
Blikken koets
Obstakels
Staatsrecht
Patiëntendossier
About democracy
Freedom of Education
Creative financing
Saboterende overheid
Leerplichtwet 2008
Innovatieverbod
Belastingliberalisatie
Europese Grondwet
Ostende,1781
Publicaties
Contact
____
<<     Pagina 61 van de 136     >>


76. Eva Tas

oktober 2009


Wat hier volgt staat niet in de door de overheid opgestelde geschiedenis-canon. Door onze ministers van normen en waarden - die de vrijheid van meningsuiting afhankelijk willen stellen van de mate waarin wij het met hen eens zijn - is het daarmee gekwalificeerd als tweederangs informatie; informatie die - in tegenstelling tot de holocaust - ontkend mag worden. Het gaat hierom.
Koning Hamurabi regeerde in de 20e eeuw voor Christus in Babylon. Hij is bekend geworden als wetgever. Minder bekend is dat hij ook de wereldgeschiedenis liet vastleggen. Toen dit werk gereed was, voelde hij zijn einde naderen en gaf hij zijn geschiedschrijvers opdracht om de verzamelde gegevens in één boek samen te vatten. Toen ook dat boek af was, was hij stervende en hij vroeg: "Kan iemand van u dit in één zin samenvatten." Tenslotte trad een zijner raadgevers naar voren en zei: "De mens wordt geboren, de mens lijdt en de mens sterft." Toen stierf Hamurabi. Zo ongeveer vertelde onze geschiedenislerares Eva Tas; voor zover het haar lukte boven het wanordelijke tumult uit te komen.
De betekenis van het antwoord dat Hamurabi kreeg werd mij pas duidelijk door Descartes. Descartes kwam tot de conclusie: cogito ergo sum: ik denk dus ik besta. Wij kunnen denken over het denken en daarmee zijn we onafhankelijker dan bij elke andere functie, want als we denken over onze herinnering of over wat wij waarnemen, heeft het denken een andere functie nodig als object. Alleen het denken kan zijn functie op zichzelf - het denken - toepassen; nergens anders vallen subject en object samen. Daaraan ontlenen we ons gevoel voor individualiteit, voor een mogelijk onafhankelijk bestaan; voor vrijheid onafhankelijk van causale predestinatie. Dat een mens in beginsel over vrijheid zou kunnen beschikken concludeer ik uit (a) het feit dat hij dit begrip überhaupt kent en (b) dat een bestaan zonder dat zinloos zou zijn; en met zinloosheid kan ik niet leven; dan hing ik allang zinloos aan de hoogste boom.
Maar waarom en wanneer gaat een mens denken: omdat hij verschil ervaart tussen ideaal en werkelijkheid, ofwel omdat hij lijdt. Als ideaal en werkelijkheid samenvallen, hoeft hij niet te denken, dan geniet hij slapend zijn bestaan als een schildpad in de zon. Doordat een mens lijdt, in welke elementaire vorm dan ook, en vervolgens denkt, beschikt hij nog niet over vrijheid. Pas als hij aan zijn gedachten een conclusie verbindt en zelfsturend tot actie komt, wordt zijn vrijheid manifest. Die stap zette het existentialisme van Sartre in wat wel werd aangeduid als "respondeo ergo sum" ik antwoord (ik reageer), dus ik ben. Aan het "zijn" voegde hij iets toe, het "worden". Dat het antwoord op een situatie nieuw lijden schept, zal elke verzetsstrijder waar Sartre op doelde, bekend zijn. Zo zie ik de voorwaarden voor menselijke vrijheid als een circulair proces van "cogito ergo sum" via Sartre's "respondeo ergo sum" (ik antwoord dus ik besta) en Hamurabi's "patior ergo sum" (ik lijd dus ik besta) opnieuw naar Descartes' "cogito ergo sum" (ik denk dus ik besta). Voor Sartre's "respondeo ergo sum" moet dan wel de ruimte zijn en het is precies die ruimte voor het particulier initiatief die langs bureaucratische weg in onze samenleving dreigt te worden vermorzeld.
Terug naar Hamurabi. Als dertienjarige was het niet in me opgekomen om na de les naar Eva toe te gaan en te zeggen: "Ik heb het gehoord." Toen ik die fout wilde herstellen kon de school haar adres niet meer achterhalen. Ik had mij allang bij mijn verzuim - mijn eigen non-respondeo - neergelegd toen haar overlijdensbericht in de krant stond. Drs. Eva Tas, historica, is 22 april 2007 (4 ijar 5767) op 91-jarige leeftijd te Amsterdam overleden en op de joodse begraafplaats te Muiderberg begraven. Reken na hoe oud zij indertijd was.

Uw columnist, V.L.

Print versie (pdf)