<< Pagina 53 van de 136
>>
84. Iran
24 december 2009
De verkiezingen in Iran van 12 juni bleken her en der op onmogelijke opkomst- en aardverschuivingscijfers te berusten. Zo werd Ahmadinejad als president herkozen. Het Perzië van Zarathoestra en duizend-en-één-nacht is verworden tot een islamitisch bolwerk waarin het doel elk middeleeuws middel heiligt. Naar aanleiding van het verzet tegen de officiële overwinning van Ahmadinejad, hebben we het fantasieloze oordeel van de ayatollah's kunnen horen. Zij eisten strenge en zelfs wrede straffen voor de aanhangers van de oppositie, van Mousavi en Karroubi. En die wrede straffen kwamen er nog voor de rechter zich uitsprak. De ayatollah's verlustigen zich in wraak; hun Allah is een rancuneuze god in een onvrije, extreem Oudtestamentische godsdienst. (Koran Hfdst. 16 § 13: "Allah beveelt...") De dood van Neda Salehi, 22 juni, en tientallen andere neergeschoten of opgepakte betogers was niet genoeg. De truc van een model-gevangene moet de misstanden in de gevangenissen camoufleren. Ondertussen smeult het verzet; laten we er aan blijven denken, opdat zij die voor hun vrijheid opkomen, ook al kennen wij hen niet bij naam, niet zonder ons aan hen opgedragen moment van stilte aan de galg zijn geëindigd of verkracht en vergeten in de gevangenis achterbleven.
Als twee tongewelven haaks op elkaar staan - zoals vrijheid en gelijkheid haaks op elkaar zouden kunnen staan - kun je dat kruispunt op twee manieren vorm geven, ofwel je laat alles weg wat beide tongewelven niet gemeenschappelijk hebben, dan ontstaat het naar alle kanten open kruisribgewelf, bekend van onze romaanse en gothische kerkbouw, ofwel je handhaaft juist die stukken tongewelf die de twee gewelven niet gemeenschappelijk hebben. Dan ontstaat een gesloten vorm, idealiter een koepel, die naar alle kanten dicht is. De Islam koos voor haar moskeeën voor de tweede oplossing, de koepel; het christendom voor de eerste. Tot zover de colleges van prof. E.H. ter Kuile. (In zuidwest Frankrijk, het oude Aquitanië, kun je de sporen van de moorse overheersing overigens nog aflezen aan de voorkeur voor koepelgewelven; katholicisme, maar met een koepel.)
Als we de bouwkunst als spiegel gebruiken - de grens tussen een koepel en een stolp is immers flinterdun - lijkt het leven door de Islam vóór alles te worden ingekaderd en opgesloten; voor individualisme is geen plaats; uiterlijkheden overheersen en de mens moet voor Mekka buigen. Men zal tegenwerpen dat de Islam zich - als 500 jaar jongere godsdienst- nu op het stadium van onze middeleeuwse intolerantie en middeleeuws formalisme, de vormendienst van aflaten en zo, bevindt. Het gaat heden ten dage echter om ontwikkelde moderne mensen. Bovendien is er een essentieel verschil op grond waarvan het Christendom de Islam wel verdraagt: de door Christus gepredikte naastenliefde en het "Ook Ik veroordeel u niet" (Johannes, 8:10), terwijl het omgekeerde niet het geval is; afvalligheid wordt streng gestraft. (Koran, 16:104 en 16:106.) Dat heeft politieke consequenties voor een ieder die verwacht dat Nederland - ons politieke stelsel extrapolerend - een islamitische staat zou kunnen worden zodra de meerderheid mohammedaan is. De definitieve scheiding van staat en kerk, algemener geformuleerd: van staat en cultuur, dringt om zo'n machtsovername, zo'n usurpatie, te voorkomen. De Nederlandse regering kan dan natuurlijk geen op Iran gerichte dissidente zender meer subsidiëren; maar dat terzijde. Aan het tegengaan van die usurpatie kan ook een maatschappelijke in plaats van de vroegere militaire dienstplicht bijdragen; in de zorg, het onderwijs of op een boerderij. Allerlei "Marokkanen" kunnen we daarmee van straat halen en met integratie kennis laten maken, en wij Nederlanders met onze eigen extegratie: het uitdeuken van onze soms wel erg platte en verstedelijkte horizon. Wat bovenal aan het tegengaan van die islamitische usurpatie kan bijdragen is de notie dat geloof in menselijke vrijheid het geloof in onvrijheid niet uitsluit, terwijl onvrijheid van haar kant géén ruimte laat voor vrijheid. Net zo min als de aanname van een Verlosser het islamitische negeren van die dimensie uitsluit (Koran Hfdst. 19 § 6), terwijl het omgekeerde onmogelijk is. Aldus de les van het politieke tongewelf.
Uw columnist, V.L.
Print versie (pdf)