95. Splinterpartijtjes

mei 2010 - II

De rechtse hoek van ons parlement wil de kiesdrempel omhoog hebben naar 5 %. Dat zou de stabiliteit en daarmee de regeerbaarheid van ons land ten goede komen. Bedoeld is de gevestigde orde te beschermen en de afstand tot de bevolking veilig te stellen. Het protest dat van politieke versplintering uitgaat moet de kop ingedrukt worden; als het water kookt moet je de dop van de fluitketel aftrekken.
Stemmen op de gevestigde orde betekent stabiliteit en stabiliteit schijnt het toverwoord in deze verkiezingscampagne. Welke politicus wil zich dan nog inzetten voor bestuurlijke vernieuwing? In 157 v.C. besloot Marcus Porcius Cato zijn redevoeringen als 77-jarige in de Romeinse senaat steevast met "Overigens ben ik van mening dat..." ("Ceterum censeo Carthaginem esse delendam.") Een dergelijke overtuiging past niet in ons poldermodel; alles draait om het gemiddelde (op maaiveldhoogte); we zijn genuanceerd denkende mensen die geen Carthago, Teheran of Noord Korea willen verwoesten. (Ik ook niet trouwens.)
Op zoek naar een nieuw geluid hoeven we, zo is mij bij vorige gelegenheden gebleken, niet aan te kloppen bij de bestaande partijen. Ook hoeven we niet aan te kloppen bij partijen die zijn opgericht ten behoeve van bepaalde belangengroepen - jongeren, senioren, dieren of moslims. Dit overwogen hebbende, bleven er ongeveer 15 splinterpartijen over waarop eventueel te stemmen viel, de PLZ niet meegerekend. Die partijen vroeg ik om informatie. Om een voorzet te geven vroeg ik om hun standpunt t.a.v. de gemuilkorfde bestuursrechter, hoe zij dachten over (op een enkel punt inmiddels aangevuld):
1. Opheffing van functionele verkleving van politieke/wetgevende functies en rechtspraak bij de Raad van State. (cf. Grw. art. 73)
2. Benoeming rechters door een rechterlijk orgaan in plaats van door de politiek (cf. Grw. art. 118)
3. Verbod voor rechters op lidmaatschap van een politieke partij.
4. Wettelijk vastgelegde incompatibiliteiten zoals verbod op het uitoefenen van een functie in de rechtspraak en het tegelijkertijd uitoefenen van een (al of niet bezoldigde) functie in uitvoerende of wetgevende macht of op de vrije markt.
5. Toetsingsbevoegdheid van de rechter aan de Grondwet (cf. Grw. art. 120; voorstel Halsema)
6. Toetsingsbevoegdheid aan rechtsbeginselen van overheidsbesluiten die berusten op amvb's, beleidsregels e.d. (d.w.z. op wettelijke maatregelen niet zijnde een formele wet).
7. Vervanging van (ambtelijke) bezwaarschriftencommissies door onafhankelijke door burgers gekozen organen.
8. Verbod voor de overheid om externe advocatuur in te huren.
Er waren een aantal partijen die antwoordden - en mij bijvielen. Zij doen in juni echter niet mee vanwege het vereiste startgeld. (Een financiële drempel die mogelijk in strijd is met art. 21 van het EU-handvest voor de grondrechten, non-discriminatie van politieke denkbeelden.) Rechtsfilosofische problemen spelen bij deze partijen geen enkele rol; ik miste althans een structurele theoretische fundering die zo'n partij of beweging vleugels zou kunnen geven. Er valt 9 juni per saldo weinig te splinteren.
Zo ben ik tot het volgende stemadvies gekomen. Scheur uw biljet in drieën (misschien is er een Belg die weet hoe dat moet zonder het ongeldig te maken) en stem op het ene restbiljet voor een minister-president, stem op het tweede PLZ, de Partij van de Lege Zetels, en stem op het derde volgens het recept van column nr. 21. Je kunt ook met drie mensen afspreken de stemmen over drie biljetten te verdelen.
Laatste nieuws: Men kan ook aan de gedereguleerde minister De Jager/De la Chasse) om een extra Belgisch stembiljet (en extra ambtenaren, ofwel in het Vlaams embêtantenaren') vragen om diens herziene hypotheekhoogte en hypotheekrente-aftrekplan (gebaseerd op controle op fertiliteit en het gebruik van voorbehoedmiddelen) te kunnen doorvoeren. Leuker kon De Jager/De la Chasse het niet maken en meer ongevraagd advies kan ik u niet geven.

Uw columnist, V.L.

Print versie (pdf)