www.loosjes.nl
Home
troonrede
Blikken koets
Obstakels
Staatsrecht
Patiëntendossier
About democracy
Freedom of Education
Creative financing
Saboterende overheid
Leerplichtwet 2008
Innovatieverbod
Belastingliberalisatie
Europese Grondwet
Ostende,1781
Publicaties
Contact
____
<<     Pagina 26 van de 136     >>


111. Egypte

11 februari 2011


Na 17 dagen van massaal protest is president Mubarak afgetreden. Een weinig buigzame militair volgt hem op. Hebben wij niet te vroeg gejuicht? Is men niet van de regen in de drup geraakt? De drup' die door gestadig op het hoofd van de gevangene te vallen diens verstand moet vernietigen? De eis van de demonstranten is weliswaar ingewilligd, maar daarmee is de vrijheid waar men om vroeg geenszins gegarandeerd. Slechts de angel lijkt op sluwe wijze uit het verzet te zijn gehaald. Miljoenen analfabeten blijven overgeleverd aan de staats-tv.
Het leger hield zich tot nu toe stil, althans op straat. Ik kon mij echter niet aan de indruk onttrekken dat hier een herhaling zou kunnen optreden van de gebeurtenissen rond Kerstmis 1914 toen de soldaten in Noord Frankrijk weigerden te vechten. Hun protest tegen de oorlog werd door de generaals van bovenaf gesmoord: wie nog langer weigerde kreeg de kogel.
Het deed me aan nog iets denken: het Maagdenhuissyndroom'. Huib Riethof verwoordde dat na de bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam, mei 1969, als volgt: "We wilden democratie, maar dat doel was zeldzaam vaag. We moesten een concreet doel zien te vinden om met goed fatsoen de bezetting te kunnen beëindigen." (Vgl. Geert Mak in het NRC-Handelsblad van 5 oktober 1999.)
Een ander probleem is daarom het volgende. Uit een eensgezind zo moet het niet' volgt helemaal niet dat men het eens zou zijn over het hoe dan wel.' Met andere woorden het is m.i. niet zozeer het ontbreken van een Lech Walesa of een Václav Havel, als wel het ontbreken van een invulling van de vrijheid waar de honderdduizenden op het Tahrirplein om vroegen. In gedachten ontvouwde ik daarom een klein spandoekje: 'Vrije verkiezingen van een president; vrije verkiezing van wetgevende organen; vrije verkiezing van onafhankelijke rechters.' In gedachten plantte ik ook een bordje met: 'Vrijheid van meningsuiting in de grondwet' , had ik en button op mijn kraag met: 'Wij willen niet langer dom gehouden worden' en zwaaide ik met een sjerp waarop: 'Het Tahrirplein voor altijd speakers corner.' Zonder concrete vrijheden kan de euforie gemakkelijk vervliegen en ligt - met de kater - de dictatuur onverminderd op de loer. De overwinning die in Kaïro is behaald, mag niet verloren gaan, maar mag ons ook niet blind maken voor de gevaren. Als na Tunis en Egypte andere landen volgen, mogen zij gewaarschuwd zijn.

 Uw columnist, V.L.

Print versie (pdf)