<< Pagina 129 van de 136
>>
8. Betuwelijn
juni 2007 (geanonimiseerd)
Op 16 juni zal er eindelijk een trein rijden over de Betuweroute; over de erven van degenen die aan deze economische, ecologische, sociale en juridische ramp moesten worden opgeofferd. De regering heeft de aanleg doorgedrukt; de toekomst zal het project moeten rechtvaardigen. Dubieuze berekeningen, dubieuze inspraakrondes en dubieuze rechtspleging moesten het land over de streep trekken. Ik beperk mij tot het derde punt, de rechtspleging. 1° Hoewel we in naam een onafhankelijke rechter hebben, geneert de regering zich niet om zelf op die stoel te gaan zitten: de afdeling rechtspraak van de Raad van State. Keuringen van eigen vlees dus. 2° Hoewel we in naam een onafhankelijke rechter hebben, geneert de Tweede Kamer zich niet om zelf, als het zo uitkomt, op die stoel te gaan zitten: de parlementaire enquête. Als er een parlementaire enquête wordt georganiseerd, om te verhinderen dat een onafhankelijke rechter de zaak onderzoekt, of als er in grote verontwaardiging door onze parlementariërs kamervragen gesteld worden over het nieuws van de vorige avond, over ontsnapte apen en zo, vraag u dan af: welke belangen van wie moeten hier worden toegedekt? Meestal gaat het om geld in combinatie met beloftes aan andere landen of aan bedrijven. Tegen de tijd dat dat doorsijpelt, is de publieke belangstelling allang verflauwd. Hoe ging dat bij de Betuwelijn: De Betuwelijn had drie peettantes: mw. Hanja Maij-Weggen (minister van Verkeer & Waterstaat 1989-1994) (thans Commissaris der Koningin van Noord Brabant), mw. Annemarie Jorritsma (1994-1998) (thans burgemeester van Almere), en mw. Tineke Netelenbos (1998-2002) (thans burgemeester van Haarlemmermeer). Als iemand denkt dat ze, nadat de financiële twijfels aan het project langzamerhand kwamen bovendrijven, met het schaamhaar op de kaken uit de politiek vertrokken zijn, vergist hij zich. Politiek Den Haag deed alsof zijn neus bloedde. De Betuwelijn had ook drie ome's, hoge ome's van de Raad van State, alledrie met enige adviseurs- of vervoersboter op het hoofd; A., B. en C. Toen staatsraad-railvervoerder C. voor het Hof in Straatsburg in november 2002 werd aangeklaagd wegens verzwegen (doch door W. achterhaalde), op een Zwitserse rekening gedeponeerde belangenverstrengeling, deed men eveneens alsof zijn neus bloedde. De Nederlandse rechter mevrouw Thomassen hield met haar dissenting opinion in Straatsburg de eer hoog, maar tevergeefs. (EHRM, 6 mei 2003 "Kleyn e.a.") En wat deed vervolgens de parlementaire enquête? Die haalde niets uit. Zelfs het beginsel van hoor en wederhoor werd vergeten. Ten eerste: De voorzitter van het wegvervoer die zèlf tegenover mij van een ramp sprak, werd niet gehoord. Ten tweede: De oppositiepartijen werden, ondanks uitdrukkelijk verzoek, niet door de commissie gehoord. Ten derde: Het bedrog van de Raad van State, inzake de belangenverstrengeling en inzake het negeren van de contra-expertises (!) werd door de commissie Duivesteijn niet op de agenda geplaatst. Zo doe je dat. Dat zijn de normen en waarden van een ontsporend politiek stelsel. Dank u.
Uw columnist, V.L.
Print versie (pdf)