<< Pagina 110 van de 136
>>
27. Ontslag
april 2008 - II
Vorig jaar was het ontslagrecht onderwerp van vermeende politieke koehandel. Op een enkele ministeriële oprisping na, horen we nu niets meer. Dat ontneemt mij natuurlijk niet het recht om dit lijk in zijn politieke kast toe te spreken. In de discussie heb ik namelijk één ding gemist. De mogelijkheid om dat nou eens
niet centraal en uniform door de overheid te regelen. Bij voorbeeld door slechts te bepalen dat men bij het aanvaarden van werk in loondienst niet alleen afspraken maakt over loon, arbeidsomstandigheden, gedragscodes enzovoort maar ook over de ontslagprocedure. Dan kan een bedrijf zelf kiezen of men de bekende (en vorige week in deze kolommen bekritiseerde) weg via de Kantonrechter volgt, of niet. De werknemer kan kiezen voor een mogelijk hoger loon bij bedrijf X of meer zekerheid bij bedrijf Y. Bedrijf Y laat alles bij het oude, afhankelijk van de CAO. Bedrijf X is in dit geval een bedrijf dat op een mogelijk tijdelijk gat in de markt inspeelt, of dat om andere reden een grotere flexibiliteit wil. Tegenover de betere verdiensten of anderszins betere arbeidsvoorwaarden staat dat de werknemer bij bedrijf X een simpel opzegtermijn en daarmee een groter ontslagrisico accepteert. Waarom het probleem niet op deze manier aan de vrije markt overgelaten? Er is ons toch deregulering beloofd?
Nu we toch aan de voorjaarsschoonmaak bezig zijn: Ook de WW-uitkering die erop volgt zou met minder overheidscontrole kunnen:
1. Een werkloze krijgt, ongeacht eerdere verdiensten, een bij wet vastgesteld belasting- en premievrij minimum uitgekeerd.
2.Het staat en ieder vrij zich aanvullend particulier tegen werkloosheid te verzekeren voor een bepaald maandelijks uit te keren bedrag gedurende een bepaalde periode, al of niet met de tijd afnemend in grootte.
Het minimumloon is thans bruto 1335 p. mnd. (netto plm. 900, afhankelijk van allerlei kortingen; de belastingdienst wilde geen nadere informatie geven want "leuker konden ze het niet maken"); modaal is thans bruto 2600 (2 x minimum dus).
Om iemand te stimuleren weer aan het werk te gaan zou het voor de hand liggen de helft van de eigen (bij)verdiensten van de uitkering af te trekken. Helaas loopt zo'n bepaling stuk op de papierwinkel die ontstaat voor
iedereen die tussen minimum en modaal verdient. Motivatie is er in het voorgestelde systeem dus alleen ingeval van een groter uurloon dan het minimumuurloon. Wat betreft de polisvoorwaarden van de verzekering, daar zou een bonus-malussysteem voor de hand liggen, hetzij toegepast op de premie, hetzij toegepast op de uitkering. De markt zal dat allicht wèl leuker kunnen maken dan de belastingdienst.
Maar mijn voorjaarsschoonmaak is nog niet op. Het zou ook democratischer zijn om over geringe inkomens geen belasting en premies te innen; onderaan de sociale ladder betaalt men toch al belasting via de BTW. "Arbeidsliberalisatie" heb ik dit voorstel eerder genoemd. Toen het CBS de inkomsten van inkomstenbelasting nog gespecificeerd kon verstrekken (begin jaren 90), leerde berekening mij dat het rijk over het minimumloon 11 % van de inkomstenbelasting zou mislopen, minus bij uitkeringen aan zichzelf betaalde belasting. (Bij 1,5 x minimum belastingvrij wordt een kwart gemist.) Stel dat het rijk feitelijk 8 % mist, dan zou, om dit te compenseren, de belasting op de hogere inkomens, goed voor meer dan de helft van de inkomsten, met 15 % omhoog moeten (3e schijf thans 42 % naar 49 % en 4e schijf thans 52 % naar 60 %) (Bij 1/4, stel feitelijk 1/5 gemist, wordt dit 35 % meer dus 57 % resp. 70 %.) Ook al zullen recentere cijfers daarvan redelijk afwijken, zoiets raakt een veel te gevoelige schijf en blijft daarmee onverkoopbaar.
Uw columnist, V.L.
Print versie (pdf)